Blog

De boerin en haar kant

De boerin en haar kant

Ik groeide op in Barneveld op de Veluwe. Mijn moeder was geabonneerd op het handwerktijdschrift Ariadne en omstreeks 1975, ik was toen 19 jaar, verscheen in dat blad een reeks kantkloslessen. Ik vond het fascinerend en mijn moeder bestelde de klosjes en andere materialen. Maar het lukte mij niet om te leren kantklossen van papier. Een jaar later vertrok ik voor mijn opleiding tot verpleegkundige naar Amsterdam en tot mijn grote genoegen zag ik dat er in de Jordaan lessen kantklossen werden gegeven. In een klein winkeltje, de Afstap (het bestaat nog maar nu is het een wolwinkel) aan de Oude Leliestraat. Ik bekleedde een plaat zachtboard met stof, klosjes had ik al, en ik gaf me op voor de basislessen. De eerste oefeningen plakte ik met Velpon (een beginnersfout, Velpon verkleurt na enige tijd!) in een schriftje. Ik heb ze nog.

Uren zat ik te klossen, en net zoveel uren weer uit te halen, soms merkte ik pas om twee uur 's nachts dat het allang tijd was (geweest) om te gaan slapen. Na de eerste cursus kon ik allerlei patronen uit boeken klossen, maar er waren veel dingen die ik nog niet begreep. Ik nam een abonnement op het Belgische tijdschrift “Kant” vanaf de eerste jaargang in 1978 en leerde steeds bij.

In 1978 trouwde ik en verhuisde een jaar later met mijn man naar Zeeland. Ons eerste kind werd geboren en vele uren zat ik 's avonds op onze zoon te passen terwijl mijn man naar eindeloze vergaderingen en huisbezoeken ging. In de plaatselijke krant las ik dat er een Stichting Kantklosopleiding in 1981 was opgericht in Etten-Leur, Markant geheten, en dat er een dependance in Goes zou komen! Dat was mijn kans om die lange avonden te vullen!

Het eerste jaar reden we met vier vrouwen wekelijks een dag naar Goes. De lessen waren geweldig.

Niet alleen leerden we goed kantklossen maar ook leerden we begrijpen wat we deden. Ik genoot van de lessen geschiedenis, en tekenen, en ook nog veel verschillende kantsoorten.

Na het derde jaar van de opleiding verhuisden we van Zeeland naar Brabant, inmiddels met twee kinderen. Doordat het mij niet lukte verhuizing, kinderen, een nieuwe baan en kantkloshuiswerk te combineren kreeg ik een jaar “verlof” aangeboden. In dat jaar reisde ik naar Turnhout om van madame Neyrinck lessen in Parijse kant te krijgen. Met froufroutjes bij de koffie en prachtig Vlaamse kanttermen! Ook mocht ik in een rustig tempo de lessen Duchesse afmaken met af en toe een les bij lerares Lucy Janssen thuis.

Tenslotte deed ik het examenjaar in Etten-Leur en kreeg dit diploma:

Daarna deed ik nog de vervolgcursus technisch tekenen.

Als snel had ik in Brabant een klein groepje cursisten die bij mij aan huis kwamen voor lessen.

Toen wij na enige jaren weer moesten verhuizen vanwege het werk, viel het afscheid zwaar. Maar ze hadden allemaal voldoende geleerd om op eigen kracht verder te kunnen klossen.

We kwamen voor de tweede keer in Amsterdam te wonen. Daar vond ik weer cursisten, beginners en gevorderden. Ook vond ik er een leuke kantkring, de Kantjoffers, onder leiding van Lia Baumeister. Van Lia en de overige kringleden heb ik veel geleerd, veel materialen gekregen en met hen veel plezierige bijeenkomsten, cursussen en regiodagen meegemaakt. In 2004 volgden we als kring drie lesdagen bij Birgit Härtel die ons met edelstaaldraad leerde klossen.

In 2008 startte ik met de cursus Tulekant van de Stichting NKO, gegeven door Ina Zijp-Kool. Toen mijn moeder aan het eind van 2008 door een beroerte werd getroffen en zeer hulpbehoevend werd heb ik nog enkele lessen gevolgd maar uiteindelijk moest ik de lessen opzeggen. Gelukkig kon ik op eigen houtje alle lesstof verwerken.

Nu zijn we voor de vierde keer verhuisd, terug naar de Veluwe waar ik geboren en getogen ben. We vonden een monumentaal boerderijtje waar de zon door de voormalige deeldeuren naar binnen straalt. Ik heb de overgangsperiode benut om een geheel nieuwe Basiscursus te schrijven en sta te trappelen om weer les te gaan geven.